"Laat men niet het verleden herleven,
Noch zijn hoop vestigen op de toekomst.
Het verleden is reeds voorbij gegaan,
En de toekomst: die is er nog niet.
Maar laat men de huidige toestand
Steeds weer met inzicht bezien.
Laat men die met zekerheid kennen;
Onverstoord en niet overweldigd.
Vandaag moet men de inspanning maken;
Wie weet is men morgen reeds dood?
Men kan daarover geen afspraakje maken
Met de Dood en zijn machtige troepen.
Wie zijn leven leeft op deze manier,
En zich dag en nacht voortdurend inspant:
Over hem heeft de Vredige Wijze gezegd
Dat hij zeker een voortreffelijke dag had."
Boeddha, Bhaddekaratta Sutta