<52> Bij Sāvatthī. “Monniken, wanneer men de dingen waar men aan kan hechten beziet vanuit de bevrediging die ze kunnen geven, wordt verlangen sterker. Verlangen veroorzaakt hechten. Hechten veroorzaakt het tot bestaan komen. Het tot bestaan komen veroorzaakt geboorte. Geboorte veroorzaakt ouderdom, dood, verdriet, treuren, pijn, droefheid en ellende. Zo komt deze gehele massa van lijden tot ontstaan.
“Stel, monniken, dat er een groot vuur brandde van tien ladingen hout, of twintig ladingen hout, of dertig ladingen hout, of veertig ladingen hout. En een man zou er van tijd tot tijd droog gras op gooien, en ook droge koeienmest en droog hout. En door die voeding, door die brandstof, zou dat grote vuur nog een lange tijd blijven branden.
“Zo ook, monniken, wanneer men de dingen waar men aan kan hechten beziet vanuit de bevrediging die ze kunnen geven, wordt verlangen sterker. Verlangen veroorzaakt hechten. Hechten veroorzaakt het tot bestaan komen. Het tot bestaan komen veroorzaakt geboorte. Geboorte veroorzaakt ouderdom, dood, verdriet, treuren, pijn, droefheid en ellende. Zo komt deze gehele massa van lijden tot ontstaan.
“Monniken, wanneer men de dingen waar men aan kan hechten beziet vanuit het nadeel dat ze hebben en het gevaar dat ze kunnen geven, verdwijnt verlangen. Met het einde aan verlangen komt er een einde aan hechten. Met het einde aan hechten komt er een einde aan het tot bestaan komen. Met het einde aan het tot bestaan komen komt er een einde aan geboorte. Met het einde aan geboorte komt er een einde aan ouderdom, dood, verdriet, treuren, pijn, droefheid en ellende. Zo komt deze gehele massa van lijden tot einde.
“Stel, monniken, dat er een groot vuur brandde van tien ladingen hout, of twintig ladingen hout, of dertig ladingen hout, of veertig ladingen hout. En een man zou er niet van tijd tot tijd droog gras op gooien, en ook geen droge koeienmest of droog hout. En dan, door het opgaan van de reeds aanwezige brandstof en doordat er niets aan toegevoegd wordt, gaat het vuur uit door gebrek aan brandstof.
Zo ook, monniken, wanneer men de dingen waar men aan kan hechten beziet vanuit het nadeel dat ze hebben en het gevaar dat ze kunnen geven, verdwijnt verlangen. Met het einde aan verlangen komt er een einde aan hechten. Met het einde aan hechten komt er een einde aan het tot bestaan komen. Met het einde aan het tot bestaan komen komt er een einde aan geboorte. Met het einde aan geboorte komt er een einde aan ouderdom, dood, verdriet, treuren, pijn, droefheid en ellende. Zo komt deze gehele massa van lijden tot einde.
