MN 74: Dīghanakha Sutta

De Sutta over Dīghanakha

<201> 1-2. Aldus heb ik gehoord. De Gezegende verbleef eens in de Zwijnengrot, op de Gierenpiek nabij Rājagaha. En de rondzwervende asceet Dīghanakha kwam toen naar de Gezegende. Nadat Dīghanakha bij de Gezegende aangekomen was, wisselden zij vriendelijke beleefdheden uit, waarna Dīghanakha terzijde van de Gezegende ging staan. Zo staand zei Dīghanakha het volgende:

Visies aanvaarden of niet, en hoe ze los te laten

“Mijn visie en doctrine is dit, Eerwaarde Gotama: ‘Niets is voor mij aanvaardbaar.’”(1)

“Maar die visie van jou, Aggivessana, is die wel voor jou aanvaardbaar?”

“Ook al zou mijn visie voor mij aanvaardbaar zijn, Eerwaarde Gotama, dan zou het toch zo zijn. Het zou dan toch zo zijn.”

3. “Er zijn er veel in deze wereld, Aggivessana, die zeggen: ‘Dan zou het toch zo zijn; het zou dan toch zo zijn,’ en vervolgens geen afstand doen van die visie en nog een andere visie oppakken.

“En, Aggivessana, er zijn er weinig in deze wereld die zeggen: ‘Dan zou het toch zo zijn; het zou dan toch zo zijn,’ en vervolgens wel afstand doen van die visie en geen andere visie oppakken.

4. “Aggivessana, er zijn monniken en priesters die de volgende visie en doctrine hebben: ‘Alles is voor mij aanvaardbaar’. Er zijn monniken en priesters die de volgende visie en doctrine hebben: ‘Niets is voor mij aanvaardbaar’. En er zijn monniken en priesters die de volgende visie en doctrine hebben: ‘Sommige dingen zijn voor mij aanvaardbaar, en sommige dingen zijn voor mij onaanvaardbaar.’

“Aggivessana, betreffende de monniken en priesters die vinden dat alles aanvaardbaar is, geldt: hun visie staat dichtbij passie, dichtbij gebondenheid, dichtbij extase, dichtbij gehechtheid en dichtbij vasthouden. En betreffende de monniken en priesters die vinden dat niets aanvaardbaar is, geldt: hun visie staat dichtbij passieloosheid, dichtbij ongebondenheid, dichtbij kalmering, dichtbij ongehechtheid en dichtbij loslaten.” <202>

5. Toen dit gezegd was, zei de rondzwervende asceet Dīghanakha tot de Gezegende: “De Gezegende stemt in met mijn standpunt! De Gezegende prijst mijn standpunt!”

“Aggivessana, betreffende de monniken en priesters die vinden dat sommige dingen aanvaardbaar zijn en sommige dingen onaanvaardbaar, geldt dat betreffende die dingen die voor hun aanvaardbaar zijn, hun visie dichtbij passie, dichtbij gebondenheid, dichtbij extase, dichtbij gehechtheid en dichtbij vasthouden staat. En betreffende die dingen die voor hun onaanvaardbaar zijn, staat hun visie dichtbij passieloosheid, dichtbij ongebondenheid, dichtbij kalmering, dichtbij ongehechtheid en dichtbij loslaten.”

6. “Aggivesana, een wijs man onder die monniken en priesters die vinden dat alles aanvaardbaar is, denkt als volgt: ‘Mijn visie is dat alles aanvaardbaar is. Als ik hardnekkig die visie aanhang en eraan vasthou, zou ik verkondigen: “Alleen dit is waar; de rest is onzin.” Ik zou dan in onenigheid kunnen komen met die monniken en priesters die vinden dat niets aanvaardbaar is, en ook met die monniken en priesters die vinden dat sommige dingen aanvaardbaar zijn en sommige dingen onaanvaardbaar. Met onenigheid komt er dan een woordenstrijd, met een woordenstrijd komt er ergernis, en met ergernis komt er een conflict.’ En dan, omdat hij onenigheid, woordenstrijden, ergernis en conflicten voor zichzelf voorziet, doet hij afstand van die visie en pakt geen andere visie op. Zo dan worden deze visies verlaten; zo worden deze visies opgegeven. <203>

7. “En een wijs man onder die monniken en priesters die vinden dat niets aanvaardbaar is, denkt als volgt: ‘Mijn visie is dat niets aanvaardbaar is. Als ik hardnekkig die visie aanhang en eraan vasthou, zou ik verkondigen: “Alleen dit is waar; de rest is onzin.” Ik zou dan in onenigheid kunnen komen met die monniken en priesters die vinden dat alles aanvaardbaar is, en ook met die monniken en priesters die vinden dat sommige dingen aanvaardbaar zijn en sommige dingen onaanvaardbaar. Met onenigheid komt dan er een woordenstrijd, met een woordenstrijd komt er ergernis, en met ergernis komt er een conflict.’ En dan, omdat hij onenigheid, woordenstrijden, ergernis en conflicten voor zichzelf voorziet, doet hij afstand van die visie en pakt geen andere visie op. Zo dan worden deze visies verlaten; zo worden deze visies opgegeven. <204>

8. “En een wijs man onder die monniken en priesters die vinden dat sommige dingen aanvaardbaar zijn en sommige dingen onaanvaardbaar, denkt als volgt: ‘Mijn visie is dat sommige dingen aanvaardbaar zijn en sommige dingen niet aanvaardbaar. Als ik hardnekkig die visie aanhang en eraan vasthou, zou ik verkondigen: “Alleen dit is waar; de rest is onzin.” Ik zou dan in onenigheid kunnen komen met die monniken en priesters die vinden dat alles aanvaardbaar is, en ook met die monniken en priesters die vinden niets aanvaardbaar is. Met onenigheid komt er dan een woordenstrijd, met een woordenstrijd komt er ergernis, en met ergernis komt er een conflict.’ En dan, omdat hij onenigheid, woordenstrijden, ergernis en conflicten voor zichzelf voorziet, doet hij afstand van die visie en pakt geen andere visie op. Zo dan worden deze visies verlaten; zo worden deze visies opgegeven. <205>

De oorsprong, aard en het loslaten van het lichaam

9. “En, Aggivessana, dit lichaam is van materiële aard, een samenstelsel van de vier grote elementen [van aarde, water, lucht en hitte], van een vader en moeder afkomstig, en opgebouwd uit rijst en melk. En dit lichaam is veranderlijk, onderheving aan wrijving en erosie, en breekbaar en vernietigbaar. Het dient gezien te worden als veranderlijk, als onbevredigend, als een ziekte, een zweer, een pijl, een ramp, een kwelling, in verval, afkomstig van buitenaf, leeg, en zonder zelf. Wanneer men dit lichaam op deze manier beziet, verlaat men begeerte voor het lichaam, liefde voor het lichaam en onderwerping aan het lichaam.

De verscheidenheid, oorsprong en aard van gevoelens

10. “Aggivessana, er zijn drie soorten gevoelens: aangename gevoelens, pijnlijke gevoelens, en noch-aangenaam-noch-pijnlijke gevoelens. Als je ergens aangename gevoelens voelt, dan voel je daar geen pijnlijke of noch-aangenaam-noch-pijnlijke gevoelens: je voelt daar dan alleen maar aangename gevoelens. Als je ergens pijnlijke gevoelens voelt, dan voel je daar geen aangename of noch-aangenaam-noch-pijnlijke gevoelens: je voelt daar dan alleen maar pijnlijke gevoelens. Als je ergens noch-aangenaam-noch-pijnlijke gevoelens voelt, dan voel je daar geen aangename of pijnlijke gevoelens: je voelt daar dan alleen maar noch-aangenaam-noch-pijnlijke gevoelens.(2)

11. “Aggivessana, aangename gevoelens zijn veranderlijk, geconditioneerd en voortgekomen uit oorzakelijk verband. Ze zijn onderhevig aan verval, onderhevig aan vergaan, onderhevig aan vernietiging en onderhevig aan beëindiging. En zo is het ook voor pijnlijke gevoelens en noch-aangenaam-noch-pijnlijke gevoelens.

Onthechting van gevoelens

12. “Zo ziend, heeft een [goed] ontwikkelde discipel van de Edelen genoeg van aangename gevoelens, genoeg van pijnlijke gevoelens, en genoeg van noch-aangenaam-noch-pijnlijke gevoelens. Omdat hij er genoeg van heeft, heeft hij er geen passie voor en raakt onthecht. Onthecht, is hij ervan bevrijd. Bevrijd, weet hij dat hij ervan bevrijd is. Hij beseft: ‘Geboorte is ten einde, het religieuze leven is geleefd, wat gedaan moest worden is gedaan, er is geen verdere toestand van bestaan.’

13. “Een monnik die zo de Vrijheid van het Hart behaald heeft, Aggivessana, stemt met niemand in en heeft met niemand verschil van mening. Hij bezigt de taal van de wereld zonder er houvast in te zoeken. <206>

Sāriputta wordt een Arahant

14. En toen stond de Eerwaarde Sāriputta achter de Gezegende, en wuifde hem met een waaier koelte toe. En de Eerwaarde Sāriputta dacht als volgt: “De Gezegende spreekt werkelijk over het opgeven van deze dingen na ze volledig begrepen te hebben. De Succesvolle spreekt werkelijk over het verlaten van deze dingen na ze volledig begrepen te hebben.” En terwijl de Eerwaarde Sāriputta zo nadacht, werd zijn geest door onthechting bevrijd van de corrupties.(3)

Dīghanakha ziet de Dhamma, wordt monnik en een Arahant

15. En in de rondzwervende asceet Dīghanakha verscheen de vlekkeloze en brandschone Visie van de Dhamma: “Wat ook maar de eigenschap van ‘tot-stand-gekomen’ bezit, al dat heeft ook de eigenschap van ‘ten-einde-komen.’” En de rondzwervende asceet Dīghanakha zag de Dhamma, bereikte de Dhamma, kende de Dhamma, en doorgrondde de Dhamma. Hij maakte een einde aan onzekerheid en was zonder twijfel, en verkreeg zelfvertrouwen in de leer van de leraar, zonder hierin nog van anderen afhankelijk te zijn.

16. En toen zei hij tegen de Gezegende: “Geweldig, Eerwaarde Gotama! Prachtig, Eerwaarde Gotama! Het is net alsof U dat wat gevallen was weer overeind zet, alsof U dat wat verborgen was weer openbaart, alsof U de weg wijst aan iemand die verdwaald was, alsof U een licht schijnt in de duisternis, zodat zij die ogen hebben dingen kunnen zien. Zo heeft U op verschillende manieren de Dhamma uitgelegd. En ik neem toevlucht tot de Eerwaarde Gotama en de Dhamma en de Sangha.(4)

17. “En ik zou graag het weggaan in thuisloosheid willen ontvangen van de Eerwaarde Gotama, en ook de hogere inwijding.” En toen ontving de rondzwervende asceet Dīghanakha het weggaan in thuisloosheid van de Gezegende, en hij ontving de hogere inwijding.

18. En niet lang daarna bereikte de Eerwaarde Aggivessana, alert, vol ijver en vastberaden, en alleen en in afzondering levend, het onovertroffen doel waarvoor zonen van goede families terecht het huiselijk leven verlaten en wegtrekken in thuisloosheid. Hij bereikte de perfectie van het religieuze leven en zag de Dhamma, en hij begreep en verwezenlijkte haar volledig. Hij besefte: “Geboorte is ten einde, het religieuze leven is geleefd, wat gedaan moest worden is gedaan, er is geen verdere toestand van bestaan.” En de Eerwaarde Aggivessana werd een van de Arahants.

Noten:

1. De Chinese, Sanskriet en Tibetaanse versies melden dat Dīghanakha's visie en doctrine als volgt was: 'Geen enkele visie is voor mij aanvaardbaar'.

2. De Chinese, Sanskriet en Tibetaanse versies hebben hierna een verhandeling over gevoelens en hun totstandkoming door een oorzaak. Die oorzaak is het contact tussen het gevoelsorgaan, het gevoelde object en het relevante type bewustzijn.

3. De Chinese, Sanskriet en Tibetaanse versies bevatten geen vermelding van de gedachte van Sāriputta (dat de Boeddha spreekt over het opgeven en verlaten van deze dingen na ze volledig begrepen te hebben). Zij vermelden daarentegen dat Sāriputta verlichting bereikte doordat hij dingen als veranderlijk bezag, het ontstaan en einde van deze veranderlijke dingen begreep, passieloosheid ervaarde en onthechting realiseerde.

4. De laatste zin van de Pāli versie van deze sutta is niet opgenomen in deze vertaling daar zij onlogisch en hoogstwaarschijnlijk fout is. In de Chinese, Sanskriet en Tibetaanse versies eindigt de sutta ongeveer als volgt:



vertaald door Dhammajoti - © 2008     |     Installeer het Gentium font