<187> 1-2. Aldus heb ik gehoord. De Gezegende verbleef eens in Anāthapiṇḍika’s Bosklooster, in het Bos van Prins Jeta nabij Sāvatthī. En de rondzwervende asceet Vacchagotta kwam toen naar de Gezegende. Nadat Vacchagotta bij de Gezegende aangekomen was, wisselden zij vriendelijke beleefdheden uit, waarna Vacchagotta terzijde van de Gezegende ging zitten. Zo gezeten zei Vacchagotta het volgende:
3. “Wat denkt U, Eerwaarde Gotama? Bent U van mening dat de wereld eeuwigdurend is, en dat díe stelling de enige juiste is, en alternatieve stellingen fout zijn?”
"Nee, Vacchagotta, dat is niet mijn mening."
4. “Maar bent U dan van mening dat de wereld niet eeuwigdurend is, en dat díe stelling de enige juiste is, en alternatieve stellingen fout zijn?”
"Nee, Vacchagotta, dat is niet mijn mening."
5. “Wat denkt U, Eerwaarde Gotama? Ben U van mening dat de wereld eindig is, en dat díe stelling de enige juiste is, en alternatieve stellingen fout zijn?”
"Nee, Vacchagotta, dat is niet mijn mening."
6. “Maar bent U dan van mening dat de wereld oneindig is, en dat díe stelling de enige juiste is, en alternatieve stellingen fout zijn?”
"Nee, Vacchagotta, dat is niet mijn mening."
7. “Wat denkt U, Eerwaarde Gotama? Bent U van mening dat de ziel en het lichaam identiek zijn, en dat díe stelling de enige juiste is, en alternatieve stellingen fout zijn?”
"Nee, Vacchagotta, dat is niet mijn mening."
8. “Maar bent U dan van mening dat de ziel en het lichaam van elkaar verschillen, en dat díe stelling de enige juiste is, en alternatieve stellingen fout zijn?”
"Nee, Vacchagotta, dat is niet mijn mening."
9. “Wat denkt U, Eerwaarde Gotama? Bent U van mening dat een Volledig Verlichtte (persoon) na de dood nog steeds bestaat, en dat díe stelling de enige juiste is, en alternatieve stellingen fout zijn?”
"Nee, Vacchagotta, dat is niet mijn mening."
10. “Maar bent U dan van mening dat een Volledig Verlichtte na de dood niet meer bestaat, en dat díe stelling de enige juiste is, en alternatieve stellingen fout zijn?”
"Nee, Vacchagotta, dat is niet mijn mening."
11. “Maar bent U dan van mening dat een Volledig Verlichtte na de dood zowel bestaat als niet bestaat, en dat díe stelling de enige juiste is, en alternatieve stellingen fout zijn?”
"Nee, Vacchagotta, dat is niet mijn mening."
12. “Maar bent U dan van mening dat een Volledig Verlichtte na de dood noch bestaat noch niet bestaat, en dat díe stelling de enige juiste is, en alternatieve stellingen fout zijn?”
"Nee, Vacchagotta, dat is niet mijn mening." <188>
13. “Wanneer ik U vraag naar Uw mening betreffende de tien zojuist genoemde stellingen, zegt U telkens ‘Nee, Vacchagotta, dat is niet mijn mening.’ Welk nadeel ziet U in deze tien stellingen, dat U geen enkele van deze tien stellingen als uw mening geadopteerd heeft? <189>
14. “Vacchagotta, deze tien stellingen zijn speculatieve theoriëen, en behoren tot de jungle van speculaties en de wildernis van dogmas. Zij behoren tot het gespartel der opinies, het worstelen met zienswijzen, en het geketend zijn aan conclusies. Deze speculatieve theoriëen gaan gepaard met lijden, verdriet, zorgen en stress, en ze leiden niet tot afkeer, passieloosheid, beëindiging, innerlijke rust, diepe kennis, Verlichting en Nibbāna. Dit zijn de nadelen die ik zie in die tien speculatieve theoriëen, Vacchagotta, en waardoor ik geen enkele van deze tien speculatieve theoriëen als mijn mening geadopteerd heb.”
15. “Maar heeft U dan wel andere speculatieve theoriëen als Uw mening geadopteerd?” "Vacchagotta, alle meningen gebaseerd op speculatieve theoriëen zijn door de Volledig Verlichtte verlaten. Want, Vacchagotta, de Volledige Verlichtte ziet als volgt: 'Zo is fysieke vorm; zo is het ontstaan van fysieke vorm; zo is de neergang van fysieke vorm. Zo is gevoel; zo is het ontstaan van gevoel; zo is de neergang van gevoel. Zo is perceptie; zo is het ontstaan van perceptie; zo is de neergang van perceptie. Zo zijn vormingen; zo is het ontstaan van vormingen; zo is de neergang van vormingen. Zo is bewustzijn; zo is het ontstaan van bewustzijn; zo is de neergang van bewustzijn.' En daarom zijn in de Volledig Verlichtte alle bedenksels, alle illusies, en al de onderliggende neigingen tot eigendunk en het maken van [de conceptie van] 'ik' en 'mijn' vernietigd. Er is een einde aan gekomen en ze zijn vergaan, vernietigd en verlaten, en de Volledig Verlichtte is bevrijd zonder nog aan iets te hechten." <190>
16. “Eerwaarde Gotama, een monnik die aldus de Vrijheid van het Hart gerealiseerd heeft, waar wordt die na de dood wedergeboren?”
"De uitdrukking 'hij wordt wedergeboren', Vacchagotta, is hier niet van toepassing."
"Is dat omdat hij niet wedergeboren wordt, Eeerwaarde Gotama?"
"De uitdrukking 'hij wordt niet wedergeboren', Vacchagotta, is hier niet van toepassing."
"Is dat omdat hij zowel wedergeboren als niet wedergeboren wordt, Eeerwaarde Gotama?"
"De uitdrukking 'hij wordt zowel wedergeboren als niet wedergeboren', Vacchagotta, is hier niet van toepassing."
"Is dat omdat hij noch wedergeboren noch niet wedergeboren wordt, Eeerwaarde Gotama?"
"De uitdrukking 'hij wordt noch wedergeboren noch niet wedergeboren', Vacchagotta, is hier niet van toepassing."
17. “Eerwaarde Gotama, op elk van deze vier vragen antwoord U telkens dat de uitrukking niet van toepassing is. Hier nu, Eerwaarde Gotama, raak ik in verwarring en krijg ik twijfels. En het vertrouwen in U wat ik tijdens onze vorige gesprekken verkreeg, is nu weer weg.”
18. “Het was te verwachten, Vacchagotta, dat je in verwarring zou raken en twijfels zou krijgen. Vacchagotta, deze leer is diep, moeilijk waar te nemen, moeilijk te begrijpen, vredig en verheven. Zij is subtiel, niet te doorgronden door louter nadenken alleen, en door de wijzen persoonlijk te ervaren. Deze leer is moeilijk te begrijpen voor mensen met een andere visie, van een ander geloof, en met andere voorkeuren, praktijken en leraren. <191>
"Vacchagotta, ik zal je daarom een wedervraag hierover stellen. Geef je ware gedachten hierover als antwoord.
19. “Wat denk je, Vacchagotta? Als hier voor jou een vuur zou branden, zou je dan aldus weten: ‘Hier voor me brandt dit vuur’?”
"Dat zou ik dan weten, Eerwaarde Gotama."
"En hoe zou je antwoorden, Vacchagotta, als iemand je dan zou vragen 'Dat vuur dat voor u brandt, waar brandt dat op?'"
"Dan zou ik antwoorden dat dat vuur op gras en hout brandt,"
"En als dan, Vacchagotta, dat vuur uit zou gaan, zou je dan aldus weten: 'Dit vuur hier voor me is nu uitgegaan?'"
"Dan zou ik dat weten, Eerwaarde Gotama."
"En hoe zou je antwoorden, Vacchagotta, als iemand je dan zou vragen 'Dat vuur dat voor u brandde, waar is dat heengegaan? Naar het Oosten, het Zuiden, het Westen of het Noorden?'"
"Die vraag is niet van toepassing, Eerwaarde Gotama, want het zit namelijk zo: Dat vuur brandde op gras en hout. Toen dat gras en hout op was, en er geen andere brandstof aanwezig was, ging dat vuur uit door gebrek aan brandstof." <192>
20. “Vacchagotta, op dezelfde manier als dat vuur uitging, heeft de Volledig Verlichtte díe fysieke vorm waardoor hij omschreven zou kunnen worden, verlaten en verwijderd. En op die manier heeft hij ook de gevoelens, percepties, gedachten en het bewustzijn waardoor hij omschreven zou kunnen worden, verlaten en verwijderd. Hij heeft ze bij de wortel afgekapt, ze tot een opgegraven boomstronk gemaakt, en heeft er een totaal einde aan gebracht zodat ze in de toekomst niet meer weder tot ontstaan kunnen komen. De Volledig Verlichtte kan niet in termen van fysieke vorm, gevoelens, percepties, gedachten en het bewustzijn omschreven worden, en hij is daardoor als de oceaan: diepgaand, onmeetbaar en moeilijk te doorgronden.
"De uitdrukking 'hij wordt wedergeboren' is niet van toepassing. De uitdrukking 'hij wordt niet wedergeboren' is niet van toepassing. De uitdrukking 'hij wordt zowel wedergeboren als niet wedergeboren' is niet van toepassing. De uitdrukking 'hij wordt noch wedergeboren noch niet wedergeboren' is niet van toepassing."
Nadat de Gezende dit gezegd had, sprak de rondzwervende asceet Vacchagotta als volgt: ”Eerwaarde Gotama, stel dat er een grote Sāla-boom in de buurt van een dorpje of marktstadje zou staan, en dat door vergankelijkheid de takken en bladeren, de schors en bast, en het zachte hout rondom het hardhout naar beneden vielen. En dan later, ontdaan van al deze typen inferieur hout, staat deze boom van puur hardhout stevig overeind. Op dezelfde manier is deze lering van Eerwaarde Gotama ontdaan van alle typen inferieur hout; zij bestaat uit puur hardhout, en staat stevig overeind.
"Geweldig, Eerwaarde Gotama! Prachtig, Eerwaarde Gotama! Het is net alsof U dat wat gevallen was weer overeind zet, alsof U dat wat verborgen was weer openbaart, alsof U de weg wijst aan iemand die verdwaald was, alsof U een licht schijnt in de duisternis, zodat zij die ogen hebben dingen kunnen zien. Zo heeft U op verschillende manieren de Dhamma uitgelegd. En ik neem toevlucht tot de Eerwaarde Gotama en de Dhamma en de Sangha. U kunt mij vanaf nu beschouwen als een lekenvolgeling die toevlucht tot U genomen heeft voor de rest van zijn leven."(1)
1.Volgens de Chinese vertalingen echter, verliet Vacchagotta de Boeddha zonder toevlucht te nemen en zich als een lekenvolgeling te verklaren. Dit is ook geen stap die te verwachten valt van iemand die reeds thuisloosheid ingetrokken is, een asceet is en zojuist een inspirerende lering gehoord heeft. De Chinese vertaling komt ook beter overeen met het verloop van MN 73: de Mahāvacchagotta Sutta