MN 118: Anapanasati Sutta

Anapanasati: Aandachtig Ademhalen

<144> 1. Aldus heb ik gehoord. De Gezegende verbleef eens in het Paleis van de Moeder van Migāra, in het Oosterpark nabij Sāvatthī, samen met vele welbekende oudere discipelen: de Eerwaarde Sāriputta, de Eerwaarde Mahā Moggallāna, de Eerwaarde Mahā Kassapa, de Eerwaarde Mahā Kaccāna, de Eerwaarde Mahā Koṭṭhika, de Eerwaarde Mahā Kappina, de Eerwaarde Mahā Cunda, de Eerwaarde Anuruddha, de Eerwaarde Revata, de Eerwaarde Ānanda, en andere welbekende oudere discipelen.

2. En toen instrueerden en onderwezen de oudere monniken de nieuwe monniken. Sommige oudere monniken instrueerden en onderwezen tien monniken. Sommige oudere monniken instrueerden en onderwezen twintig monniken. Sommige oudere monniken instrueerden en onderwezen dertig monniken. Sommige oudere monniken instrueerden en onderwezen veertig monniken. En die nieuwe monniken, geïnstrueerd en onderwezen door de oudere monniken, ervaarden successievelijke hoogverheven staten. <145>

De Volle Maan van de Pavāraṇā Ceremonie

3. En toen, op de Uposatha dag van de vijftiende, tijdens de nacht van de volle maan van de Pavāraṇā ceremonie, zat de Gezegende in de open lucht, omringd door de Sangha van monniken. En de Gezegende overzag de geheel stille Sangha van monniken, en sprak de monniken als volgt toe:

4. "Monniken, ik ben vastberaden betreffende deze wijze van handelen; ik ben overtuigd van deze wijze van handelen. Monniken, spannen jullie jezelf daarom in nog hogere mate in om het nog niet bereikte te bereiken, om het nog niet begrepene te begrijpen, om het nog niet verwezenlijkte te verwezenlijken. Ik zal daarom hier in Sāvatthī blijven tot de volle maan van Komudi, in de vierde maand [van het regenseizoen]."

5. En de monniken in de regio hoorden: "De Gezegende zal in Sāvatthī blijven tot de volle maan van Komudi, in de vierde maand [van het regenseizoen]." En de monniken uit die regio gingen naar Sāvatthī om de Gezegende te zien.

6. En de oudere monniken instrueerden en onderwezen de nieuwe monniken nog intensiever [dan voorheen]. Sommige oudere monniken instrueerden en onderwezen tien monniken. Sommige oudere monniken instrueerden en onderwezen twintig monniken. Sommige oudere monniken instrueerden en onderwezen dertig monniken. Sommige oudere monniken instrueerden en onderwezen veertig monniken. En die nieuwe monniken, geïnstrueerd en onderwezen door de oudere monniken, ervaarden successievelijke hoogverheven staten. <146>

De Volle Maan van Komudi: Dit Gezelschap

7. En toen, op de Uposatha dag van de vijftiende, tijdens de nacht van de volle maan van Komudi, in de vierde maand [van het regenseizoen], zat de Gezegende in de open lucht, omringd door de Sangha van monniken. En de Gezegende overzag de geheel stille Sangha van monniken, en sprak de monniken als volgt toe:

8. "Monniken, dit gezelschap is zonder gebabbel, dit gezelschap is vrij van geklets: zij is gebaseerd op de zuivere essentie; aldus is deze Sangha van monniken; aldus is dit gezelschap.

Een gezelschap dat zodanig is dat het giften waardig, gastvrijheid waardig, geschenken waardig en eerbied waardig is: een onovertroffen veld van verdiensten voor de wereld; aldus is deze Sangha van monniken; aldus is dit gezelschap.

Een gezelschap dat zodanig is dat een kleine gift, aan haar gegeven, groot wordt, en een grote gift nog groter; aldus is deze Sangha van monniken; aldus is dit gezelschap.

Een gezelschap dat zodanig is dat de wereld het zelden aanschouwt; aldus is deze Sangha van monniken; aldus is dit gezelschap.

Een gezelschap dat zodanig is dat het het waard is om vele tientallen kilometers met een knapzak te reizen om het te zien; aldus is deze Sangha van monniken; aldus is dit gezelschap. <147>

9. "Monniken, in deze Sangha van monniken zijn er monniken die een Arahant zijn, zonder corrupties, geperfectioneerd, met taken volbracht, de last neergelegd en geluk behaald. Zij hebben de ketens van het bestaan verbroken, en zijn bevrijd door compleet inzicht. Zulke monniken zij er in deze Sangha van monniken.

10. "In deze Sangha van monniken zijn er monniken die, met het verbreken van de vijf lagere ketens, [na de dood] spontaan wedergeboren zullen worden [in de hemel van het Zuiver Verblijf], waar zij het Nibbāna zullen behalen zonder nog uit die wereld terug te keren. Zulke monniken zij er in deze Sangha van monniken.

11. "In deze Sangha van monniken zijn er monniken die, met het verbreken van drie ketens en het verzwakken van verlangen, haat en verwarring, Eenmaal–Terugkeerders zijn: die nog eenmaal terugkeren naar deze wereld om een einde aan lijden te maken. Zulke monniken zij er in deze Sangha van monniken.

12. "In deze Sangha van monniken zijn er monniken die met het verbreken van drie ketens de stroom toegetreden zijn, die niet meer onderhevig zijn aan ellendige staten, die zeker zijn, op weg naar Ontwaking. Zulke monniken zij er in deze Sangha van monniken.(1)

13. "Monniken, in deze Sangha van monniken zijn er monniken die toegewijd zijn aan de ontwikkeling van de vier vestigingen van aandacht. Zulke monniken zij er in deze Sangha van monniken.

"In deze Sangha van monniken zijn er monniken die toegewijd zijn aan de ontwikkeling van de vier juiste inspanningen... de vier paden naar magische kracht... de vijf vermogens... de vijf krachten... de zeven faktoren van verlichting... het Edele Achtvoudig Pad. Zulke monniken zij er in deze Sangha van monniken.(2)

14. "Monniken, in deze Sangha van monniken zijn er monniken die toegewijd zijn aan de ontwikkeling van liefdevolle vriendelijkheid. Zulke monniken zij er in deze Sangha van monniken.

"In deze Sangha van monniken zijn er monniken die toegewijd zijn aan de ontwikkeling van mededogen... waardering... gelijkmoedigheid... [de perceptie van] onaantrekkelijkheid [van het lichaam]... de perceptie van onbestendigheid. Zulke monniken zij er in deze Sangha van monniken.(3)

15. "Monniken, in deze Sangha van monniken zijn er monniken die toegewijd zijn aan de ontwikkeling van aandachtig ademhalen. Monniken, wanneer aandachtig ademhalen ontwikkeld en vaak beoefend is, draagt het grote vrucht en brengt het groot voordeel. Wanneer aandachtig ademhalen ontwikkeld en vaak beoefend is, brengt het de vier vestigingen van aandacht tot vervulling. Wanneer de vier vestigingen van aandacht ontwikkeld en vaak beoefend zijn, brengen zij de zeven faktoren van verlichting tot vervulling. Wanneer de zeven faktoren van verlichting ontwikkeld en vaak beoefend zijn, brengen zij kennis en bevrijding tot vervulling. <148>

Aandachtig Ademhalen

16. "En hoe, monniken, wordt aandachtig ademhalen ontwikkeld en vaak beoefend zodat het grote vrucht draagt en groot voordeel brengt?

17. "Hier, monniken, is een monnik naar een bos, de voet van een boom of een lege hut gegaan. Hij gaat zitten met zijn benen over elkaar, zet zijn bovenlichaam recht overeind, en heeft zijn aandacht voor zich gevestigd. En hij ademt aandachtig in, en ademt aandachtig uit.

18. "Lang inademend, weet hij: 'Ik adem lang in.' Lang uitademend, weet hij: 'Ik adem lang uit.' Kort inademend, weet hij: 'Ik adem kort in.' Kort uitademend, weet hij: 'Ik adem kort uit.'(4)

"Hij traint [zichzelf]: 'Het gehele lichaam ervarend, zal ik inademen.' Hij traint [zichzelf]: 'Het gehele lichaam ervarend, zal ik uitademen.' Hij traint [zichzelf]: 'De lichamelijke formaties kalmerend, zal ik inademen.' Hij traint [zichzelf]: 'De lichamelijke formaties kalmerend, zal ik uitademen.'

19. "Hij traint [zichzelf]: 'Vreugde ervarend, zal ik inademen.' Hij traint [zichzelf]: 'Vreugde ervarend, zal ik uitademen.' Hij traint [zichzelf]: 'Geluk ervarend, zal ik inademen.' Hij traint [zichzelf]: 'Geluk ervarend, zal ik uitademen.'

"Hij traint [zichzelf]: 'De mentale formaties ervarend, zal ik inademen.' Hij traint [zichzelf]: 'De menale formaties ervarend, zal ik uitademen.' Hij traint [zichzelf]: 'De mentale formaties kalmerend, zal ik inademen.' Hij traint [zichzelf]: 'De mentale formaties kalmerend, zal ik uitademen.'

20. "Hij traint [zichzelf]: 'De geest ervarend, zal ik inademen.' Hij traint [zichzelf]: 'De geest ervarend, zal ik uitademen.' Hij traint [zichzelf]: 'De geest tevredenstellend, zal ik inademen.' Hij traint [zichzelf]: 'De geest tevredenstellend, zal ik uitademen.'

"Hij traint [zichzelf]: 'De geest concentrerend, zal ik inademen.' Hij traint [zichzelf]: 'De geest concentrerend, zal ik uitademen.' Hij traint [zichzelf]: 'De geest bevrijdend, zal ik inademen.' Hij traint [zichzelf]: 'De geest bevrijdend, zal ik uitademen.'

21. "Hij traint [zichzelf]: 'Onbestendigheid beschouwend, zal ik inademen.' Hij traint [zichzelf]: 'Onbestendigheid beschouwend, zal ik uitademen.' Hij traint [zichzelf]: 'Ondergang beschouwend, zal ik inademen.' Hij traint [zichzelf]: 'Ondergang beschouwend, zal ik uitademen.'(5)

"Hij traint [zichzelf]: 'Ophouding beschouwend, zal ik inademen.' Hij traint [zichzelf]: 'Ophouding beschouwend, zal ik uitademen.' Hij traint [zichzelf]: 'Loslaten beschouwend, zal ik inademen.' Hij traint [zichzelf]: 'Loslaten beschouwend, zal ik uitademen.'

22. "Indien aandachtig ademhalen op deze wijze wordt ontwikkeld en vaak beoefend, draagt het grote vrucht en brengt het groot voordeel. <149>

Vervulling van de Vier Vestigingen van Aandacht

23. "En hoe, monniken, brengt aandachtig ademhalen, indien ontwikkeld en vaak beoefend, de vier vestigingen van aandacht tot vervulling?

24. "Wanneer een monnik, lang inademend, weet: 'Ik adem lang in'; lang uitademend, weet: 'Ik adem lang uit'; kort inademend, weet: 'Ik adem kort in'; kort uitademend, weet: 'Ik adem kort uit';

"Wanneer hij [zichzelf] traint: 'Het gehele lichaam ervarend, zal ik inademen'; [zichzelf] traint: 'Het gehele lichaam ervarend, zal ik uitademen'; [zichzelf] traint: 'De lichamelijke formaties kalmerend, zal ik inademen'; [zichzelf] traint: 'De lichamelijke formaties kalmerend, zal ik uitademen';

"Wanneer hij dit zo doet, beschouwt een monnik het lichaam in het lichaam, en hij leeft ijverig, oplettend en aandachtig, met begeerte voor en verdriet over de wereld verwijderd. Want ik zeg dat dit een zeker lichaam is onder de lichamen, namelijk: de in– en uitademing. Daarom beschouwt een monnik dan [terwijl hij dit doet] het lichaam in het lichaam, en leeft ijverig, oplettend en aandachtig, met begeerte voor en verdriet over de wereld verwijderd.

25. "Wanneer een monnik [zichzelf] traint: 'Vreugde ervarend, zal ik inademen'; [zichzelf] traint: 'Vreugde ervarend, zal ik uitademen'; [zichzelf] traint: 'Geluk ervarend, zal ik inademen'; [zichzelf] traint: 'Geluk ervarend, zal ik uitademen';

"Wanneer hij [zichzelf] traint: ''De mentale formaties ervarend, zal ik inademen'; [zichzelf] traint: 'De menale formaties ervarend, zal ik uitademen'; [zichzelf] traint: 'De mentale formaties kalmerend, zal ik inademen'; [zichzelf] traint: 'De mentale formaties kalmerend, zal ik uitademen';

"Wanneer hij dit zo doet, beschouwt een monnik gevoelens in gevoelens, en hij leeft ijverig, oplettend en aandachtig, met begeerte voor en verdriet over de wereld verwijderd. Want ik zeg dat dit een zeker gevoel is onder de gevoelens, namelijk: nauwgezet aandacht besteden aan de in– en uitademing.(6) Daarom beschouwt een monnik dan [terwijl hij dit doet] gevoelens in gevoelens, en leeft ijverig, oplettend en aandachtig, met begeerte voor en verdriet over de wereld verwijderd.

26. "Wanneer een monnik [zichzelf] traint: 'De geest ervarend, zal ik inademen'; [zichzelf] traint: 'De geest ervarend, zal ik uitademen'; [zichzelf] traint: 'De geest tevredenstellend, zal ik inademen' [zichzelf] traint: 'De geest tevredenstellend, zal ik uitademen';

"Wanneer hij [zichzelf] traint: 'De geest concentrerend, zal ik inademen'; [zichzelf] traint: 'De geest concentrerend, zal ik uitademen'; [zichzelf] traint: 'De geest bevrijdend, zal ik inademen'; [zichzelf] traint: 'De geest bevrijdend, zal ik uitademen';

"Wanneer hij dit zo doet, beschouwt een monnik de geest in de geest, en hij leeft ijverig, oplettend en aandachtig, met begeerte voor en verdriet over de wereld verwijderd. Ik zeg niet dat iemand die vergeetachtig en onoplettend is, aandachtig ademhaalt(7). Daarom beschouwt een monnik dan [terwijl hij dit doet] de geest in de geest, en leeft ijverig, oplettend en aandachtig, met begeerte voor en verdriet over de wereld verwijderd.

27. "Wanneer een monnik [zichzelf] traint: Onbestendigheid beschouwend, zal ik inademen'; [zichzelf] traint: 'Onbestendigheid beschouwend, zal ik uitademen'; [zichzelf] traint: 'Ondergang beschouwend, zal ik inademen' [zichzelf] traint: 'Ondergang beschouwend, zal ik uitademen';

"Wanneer hij [zichzelf] traint: 'Ophouding beschouwend, zal ik inademen'; [zichzelf] traint: 'Ophouding beschouwend, zal ik uitademen'; [zichzelf] traint: 'Loslaten beschouwend, zal ik inademen'; [zichzelf] traint: 'Loslaten beschouwend, zal ik uitademen';

"Wanneer hij dit zo doet, beschouwt een monnik mentale objecten in mentale objecten, en hij leeft ijverig, oplettend en aandachtig, met begeerte voor en verdriet over de wereld verwijderd. En wanneer hij het verlaten van begeerte voor en verdriet over de wereld met wijsheid gezien heeft, kijkt hij zorgvuldig en gelijkmoedig toe(8). Daarom beschouwt een monnik dan [terwijl hij dit doet] mentale objecten in mentale objecten, en leeft ijverig, oplettend en aandachtig, met begeerte voor en verdriet over de wereld verwijderd.

28. "Monniken, het is op deze manier dat aandachtig ademhalen, indien ontwikkeld en vaak beoefend, de vier vestigingen van aandacht tot vervulling brengt. <150>

Vervulling van de Zeven Faktoren van Verlichting

29. "En hoe, monniken, brengen de vier vestigingen van aandacht, indien ontwikkeld en vaak beoefend, de zeven faktoren van verlichting tot vervulling?

30. "Monniken, wanneer een monnik het lichaam in het lichaam beschouwt, en ijverig, oplettend en aandachtig leeft, met begeerte voor en verdriet over de wereld verwijderd: op dat ogenblik heeft hij zijn aandacht gevestigd en niet verwaarloosd. Wanneer een monnik zijn aandacht gevestigd heeft en niet verwaarloosd, dan wordt de aandachtigheidsfaktor van verlichting opgewekt, dan ontwikkelt hij de aandachtigheidsfaktor van verlichting, dan brengt die monnik de aandachtigheidsfaktor van verlichting tot vervulling.

31. "En hij leeft aldus aandachtig en bekijkt en onderzoekt die [mentale] staat met wijsheid, en onderwerpt het aan een grondige analyse. Wanneer een monnik aldus aandachtig leeft, en die [mentale] staat met wijsheid bekijkt en onderzoekt, en het onderwerpt aan een grondige analyse, dan wordt de waarheidsonderzoek faktor van verlichting opgewekt, dan ontwikkelt hij de waarheidsonderzoek faktor van verlichting, dan brengt die monnik de waarheidsonderzoek faktor van verlichting tot vervulling.

32."Bij iemand die die [mentale] staat met wijsheid bekijkt en onderzoekt, en het onderwerpt aan een grondige analyse: bij hem wordt ononderbroken inspanning opgewekt. Wanneer ononderbroken inspanning opgewekt wordt in een monnik die die [mentale] staat met wijsheid bekijkt en onderzoekt, en het onderwerpt aan een grondige analyse, dan wordt de inspanningsfaktor van verlichting opgewekt, dan ontwikkelt hij de inspanningsfaktor van verlichting, dan brengt die monnik de inspanningsfaktor van verlichting tot vervulling.

33. "In wie inspanning opgewekt is, ontstaat een vreugde die niet zinnelijk is. Wanneer een vreugde die niet zinnelijk is ontstaat in een monnik in wie inspanning opgewekt is, dan wordt de vreugde faktor van verlichting opgewekt, dan ontwikkelt hij de vreugde faktor van verlichting, dan brengt die monnik de vreugde faktor van verlichting tot vervulling.

34. "In wie vreugdig van geest is, kalmeert het lichaam en kalmeert de geest. Wanneer het lichaam en de geest kalmeren in een monnik die vreugdig van geest is, dan wordt de kalmte faktor van verlichting opgewekt, dan ontwikkelt hij de kalmte faktor van verlichting, dan brengt die monnik de kalmte faktor van verlichting tot vervulling.

35. "Bij iemand die gelukkig is en wiens lichaam gekalmeerd is, raakt de geest geconcentreerd. Wanneer de geest geconcentreerd raakt bij monnik die gelukkig is en wiens lichaam gekalmeerd is, dan wordt de concentratie faktor van verlichting opgewekt, dan ontwikkelt hij de concentratie faktor van verlichting, dan brengt die monnik de concentratie faktor van verlichting tot vervulling.

36. "En hij kijkt de zodanig geconcentreerde geest zorgvuldig en gelijkmoedig toe.(9) Wanneer een monnik zijn zodanig geconcentreerde geest zorgvuldig en gelijkmoedig toekijkt, dan wordt de gelijkmoedigheidsfaktor van verlichting opgewekt, dan ontwikkelt hij de gelijkmoedigheidsfaktor van verlichting, dan brengt die monnik de gelijkmoedigheidsfaktor van verlichting tot vervulling. <151>

37–39. "Monniken, wanneer een monnik gevoelens in gevoelens beschouwt... (paragraaf 30 tot 36 worden hier voor de overige drie vestigingen van aandacht herhaald: gevoelens, de geest, mentale objecten)... dan wordt de gelijkmoedigheidsfaktor van verlichting opgewekt, dan ontwikkelt hij de gelijkmoedigheidsfaktor van verlichting, dan brengt die monnik de gelijkmoedigheidsfaktor van verlichting tot vervulling.

40. "Monniken, het is op deze manier dat de vier vestigingen van aandacht, indien ontwikkeld en vaak beoefend, de zeven faktoren van verlichting tot vervulling brengen. <152>

Vervulling van Kennis en Bevrijding

41. "En hoe, monniken, brengen de zeven faktoren van verlichting, indien ontwikkeld en vaak beoefend, kennis en bevrijding tot vervulling?

42. "Hier, monniken, ontwikkelt een monnik de aandachtigheidsfaktor van verlichting, die afhankelijk is van afzondering, passieloosheid en beëindiging, en resulteert in loslaten. Hij ontwikkelt de waarheidsonderzoeks–faktor... de inspanningsfaktor... de vreugde–faktor... de kalmte–faktor... de concentratie–faktor... de gelijkmoedigheidsfaktor van verlichting, die afhankelijk is van afzondering, passieloosheid en beëindiging, en resulteert in loslaten.

43. "Monniken, het is op deze manier dat de zeven faktoren van verlichting, indien ontwikkeld en vaak beoefend, kennis en bevrijding tot vervulling brengen."

 

Zo sprak de Gezegende. En de monniken waren tevreden en verheugd met de woorden van de Gezegende.

Noten:

1. De Chinese vertaling vermeld hierna ook dat er monniken in deze Sangha zijn die de vier jhānas bereikt hebben, dat er monniken in deze Sangha zijn die de vier immateriële jhānas bereikt hebben, en dat er monniken in deze Sangha zijn die de abhiññas (bovennatuurlijke krachten) bereikt hebben.

2. Deze paragraaf (§13) komt niet in de Chinese vertaling voor.

3. De Chinese vertaling legt ook ook uit waarom monniken bepaalde specifieke onderwerpen (als meditatie object) ontwikkelden: 'liefdevolle vriendelijkheid' voor wie boosheid ervaart, 'onaantrekkelijkheid van het lichaam' voor wie lust ervaart, en ademhalingsmeditatie om gedachten en percepties te verwijderen. Een soortgelijke uitleg staat ook in het Pali Canon, maar op andere plaatsen (AN 9:1 en Ud 4:1).

4. De Chinese vertaling heeft het hier (in stap 1 en 2) niet over 'weten' maar over trainen (hij traint zichzelf), net zoals de Pali versie dat doet in stap 3 tot 16. Een autobiografische vertelling van de Boeddha in een andere Chinese sutta (uit de Samyukta Agama) vermeld echter weer dat toen de Boeddha zelf de 16 stappen van Anapanasati ondernam, hij elk van die 16 stappen 'wist' i.p.v. trainde.

5. De Chinese vertaling draait stap 14 en 15 om. Stap 14 gaat er over het beschouwen van ophouding, en stap 15 over het beschouwen van ondergang.

6. De Chinese vertaling vermeld hier niet 'Want ik zeg dat dit een zeker gevoel is onder de gevoelens, namelijk: nauwgezet aandacht besteden aan de in– en uitademing', maar zegt simpelweg dat de oefening (van de tweede set van vier) het aandacht besteden aan bepaalde soorten gevoelens omhelst, een uitleg die ook beter overeenkomt met de uitleg van de Pali versie in de voorgaande paragraaf (§24) over het lichaam. De Chinese vertaling is hier meer consistent en logischer dan de Pali versie.

7. De Chinese vertaling vermeld hier niet 'Ik zeg niet dat iemand die vergeetachtig en onoplettend is, aandachtig ademhaalt', maar zegt simpelweg dat de oefening (van de derde set van vier) het aandacht besteden aan de geest omhelst. Ook hier is de Chinese vertaling meer consistent en logischer dan de Pali versie.

8. De Chinese vertaling vermeld hier niet 'En wanneer hij het verlaten van begeerte voor en verdriet over de wereld met wijsheid gezien heeft, kijkt hij zorgvuldig en gelijkmoedig toe', maar zegt simpelweg dat de oefening (van de vierde set van vier) het aandacht besteden aan mentale objecten omhelst. Ook hier is de Chinese vertaling meer consistent en logischer dan de Pali versie.

9. De Chinese vertaling vermeld hier niet dat 'hij kijkt de zodanig geconcentreerde geest zorgvuldig en gelijkmoedig toe', maar legt uit dat omdat de geest verlangen en ontevredenheid overwonnen heeft, zij evenwichtigheid en gelijkmoedigheid bereikt heeft.

vertaald door Dhammajoti - © 2008     |     Installeer het Gentium font