SN 1:25 – Arahanta Sutta

De Arahant

61

"Een monnik die een Arahant is,
Vervolmaakt en zonder corrupties,
Een drager van zijn laatste lichaam:
Zou hij nog steeds zeggen: 'Ik spreek,'
En zou hij zeggen: 'Zij spreken met mij?'"

62

"Een monnik die een Arahant is,
Vervolmaakt en zonder corrupties,
Een drager van zijn laatste lichaam:
Hij zou nog steeds zeggen: 'Ik spreek,'
En hij zou zeggen: 'Zij spreken met mij.'
Bekwaam de wereldse spreekwijzen kennend,
Gebruikt hij die termen louter als uitdrukking."

63

"Een monnik die een Arahant is,
Vervolmaakt en zonder corrupties,
Een drager van zijn laatste lichaam:
Is het dat eigenwaan in hem is opgekomen,
Dat hij zou zeggen: 'Ik spreek,'
En zou zeggen: 'Zij spreken met mij?'"

64

"Met eigenwaan verlaten zijn er geen ketens;
De ketens van eigenwaan zijn allen verwijderd;
De Wijze is eigenwaan voorbijgegaan.
Hij zou nog steeds zeggen: 'Ik spreek,'
En hij zou zeggen: 'Zij spreken met mij.'
Bekwaam de wereldse spreekwijzen kennend,
Gebruikt hij die termen louter als uitdrukking."



vertaald door Dhammajoti - © 2008     |     Installeer het Gentium font