766 |
Als iemand die verlangt naar zintuiglijk genot
Daar vervolgens ook succesvol in is;
Dan is die sterveling werkelijk verheugd,
Daar hij krijgt waar hij naar verlangt. |
767 |
En als voor hem, met verlangende geest,
Die persoon met een sterke voorkeur:
Als dat zintuiglijk genot dan minder wordt,
Is hij van streek, alsof geraakt door een pijl. |
768 |
Wie wegblijft van zintuiglijk genot,
Als met zijn voet de kop van een slang:
Aandachtig, gaat hij dan te boven
Aan die gehechtheid aan de wereld. |
769 |
Velden, percelen en goud,
Koeien en paarden, slaven en dienaren,
Vrouwen, familie en andere objecten;
De man die naar deze dingen verlangt: |
770 |
Door zwakheden is hij overweldigd;
Door moeilijkheden wordt hij verdrukt.
En lijden komt daardoor naar hem toe,
Zoals water in een lekkende boot komt. |
771 |
Laat men daarom, immer aandachtig,
Zintuiglijke geneugten vermijden.
En ze achtergelaten, de vloed oversteken,
Als wie, zijn boot hozend, de overkant heeft bereikt. |
|
Voor meer sutras, zie de Sutra Index.
Voor ademhalingstraining, zie Leer Buteyko |